De waterzuivering
Voor klachten of meldingen over de waterzuivering: 0411 618 618 of http://www.dommel.nl/producten/klacht-indienen.html
De Rioolwaterzuiveringsinrichting Tilburg-Oost is eigendom van het waterschap 'De Dommel'.
Al vanaf 1904 werd ter plaatse geëxperimenteerd met de zuivering van omvangrijke stromen rioolafvalwater in het stroomgebied van de Leij, wat samenhing met de snelle groei van de stad Tilburg als gevolg van de industrialisatie. Tilburg was genoodzaakt een oplossing te vinden voor het afvalwater met name van de industrie. Terwijl andere steden, die in grote rivieren of rechtstreeks in de zee (of een meer) konden lozen, kon Tilburg slechts gebruikmaken van de zeer beperkte capaciteit van de Leij. Al in de 19e eeuw was de grens van de zelfreinigende capaciteit van dit riviertje bereikt. Noodgedwongen moest Tilburg op zoek naar andere oplossingen. In dat kader vonden al vroeg in de 20e eeuw zowel aan de west- als oostzijde van de stad experimenten plaats met vloeivelden en waterzuiveringinstallaties.
In 1927 werd een proefopstelling van de Duitse chemicus dr. Penschuck in gebruik genomen. Omdat deze niet direct bevredigende resultaten opleverde, liet de uitbreiding op zich wachten tot de jaren '30. Pas in 1937 werd de definitieve zuiveringsinrichting in gebruik genomen, naar een ontwerp van Publieke Werken van de gemeente Tilburg in samenwerking met het Rijksinstituut voor Zuivering van Afvalwater (RIZA).
In latere fasen is het complex uitgebreid. Op dit moment is het nog in bedrijf, maar op korte termijn zal het worden gemoderniseerd of verplaatst. De oudste onderdelen worden alleen bij overbelasting ingezet.
Enkele jaren geleden zijn drie waardevolle onderdelen gesloopt, te weten: de zandvang van het rioolgemaal, het gebouw voor chemische slibverwerking en de dienstwoning. Ook de omvangrijke slib- en vloeivelden zijn niet meer herkenbaar.
Het complex is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische en technische ontwikkeling: het is een uitdrukking van een belangrijke fase in de ontwikkeling van de rioolwaterzuivering en het vervulde een pioniersrol.
Het was de eerste biologische waterzuivering in Nederland, die ook internationaal aandacht trok.
Het is illustratief doordat de functie goed aan de gebouwde objecten af te lezen is en de procesgang inzichtelijk is. Het heeft daarmee een hoge getuigende waarde.
Het complex heeft architectuurhistorische waarde vanwege de aanwezige elementen van het Nieuwe Bouwen, de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur en de toepassing van beton.
Het complex heeft ensemblewaarde vanwege de situering ten opzichte van de stad Tilburg en het Wilhelminakanaal, de verbondenheid met de ontwikkeling van Tilburg en de wijze waarop het terrein is ingericht.
De nog aanwezige oorspronkelijke onderdelen zijn ieder afzonderlijk en in hun onderlinge samenhang nog voldoende herkenbaar en gaaf bewaard gebleven. In nationaal opzicht is het complex bijzonder zeldzaam.
Deze tekst is overgenomen uit: Monumenten en water. Een historische toelichting bij monumenten die gerelateerd zijn aan water, watergebruik en waterafvoer. Henk van Doremalen, Ronald Peeters en Rob van Putten. Tilburg, tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur. XVIII (2000) nummer 2, pp 35-51.
In hetzelfde tijdschrift, jaargang 24, april 2006, beschrijft Henk van Doremalen in het artikel Historische ontwikkeling van de afvalwaterzuivering in Moerenburg de laatste fase in het bestaan van de oude AWRI-Oost, die daarnaa Rioolgemaal Moerenburg heet.